zondag 6 juli 2014

Wijz

Lees meer... organisatie cultuurhuis (WijZ):
WijZ is een organisatie die al bijna 40 jaar bestaat, onder de naam Stichting Welzijn Ouderen Zwolle. In 2010 is besloten tot een naamswijziging, omdat de doelgroep de naam SWOZ niet associeerde met een uitdagende en inspirerende organisatie.  WijZ heeft altijd 3 belangrijke “poten” gehad voor wat betreft haar aanbod, namelijk:
1)     Sociaal cultureel werk in de wijk (het organiseren en faciliteren van groepen ouderen die samen actief zijn),
2)     Sport en bewegen, waarbij ouderen onder leiding van een docent deelnemen aan sport- en beweegactiviteiten
Ondersteuning thuis, waarbij kwetsbare mensen hulp op maat krijgen, zoals bijvoorbeeld thuisadministratie en dagbesteding.
Bij WijZ werken ruim 700 vrijwilligers en 40 medewerkers, waaronder mensen uit de participatiewet.

Lees meer... Scenarios Cultuurhuis (WijZ):

Scenario 1: Barok
Dit scenario ligt langs de assen overheidssubsidies en participeren. Er is genoeg geld voor investeringen, zowel gericht op kunst en cultuur als voor de loonbetaling van werkkrachten uit de buurt. De kwaliteit is hierdoor ook hoog. Hieronder wordt per criterium een beschrijving gegeven van dit scenario. Het Cultuurhuis zou een goede mogelijkheid kunnen bieden om de verbinding tussen burgers te digitaliseren. Een interactief community netwerk kan hiervoor zorgen. Door dit netwerk kunnen burgers met elkaar connecties maken en kunnen zij communiceren over gedeelde interesses. Het plannen van de buurtactiviteiten gaat ook digitaal, waarbij de bewoners het initiatief nemen en daar een budget voor kunnen aanvragen bij het Cultuurhuis.  Om niet alles digitaal te organiseren, maar ook te werken aan de daadwerkelijke persoonlijke ontmoeting, zou er een werkplek moeten zijn in het Cultuurhuis. Op deze werkplek, die geschikt is voor alle doelgroepen, kan er, onder leiding van ICT-experts uit de buurt, gewerkt worden achter computers. Ook is het mogelijk eigen mobile devices aan te sluiten op het netwerk. De ICT-experts kunnen de verschillende doelgroepen op niveau ondersteuning bieden bij computerwerkzaamheden. Daarnaast is het mogelijk om door ICT het Cultuurhuis meer bereikbaar te maken voor smartdevices, zodat ook deze kunnen worden aangesloten op het Cultuurhuis netwerk. Hierdoor kunnen buurtbewoners reserveringen ook snel en gemakkelijk plaatsen. Het Cultuurhuis is het middelpunt van de wijk, waardoor saamhorigheid tot uiting komt in de zin van verschillende verbintenissen tussen culturen en generaties. Het geven en deelnemen aan workshops over verschillende maatschappelijk onderwerpen staat hierin centraal. Het Cultuurhuis heeft daarnaast ook een signalerend karakter voor zorgbehoevende buurtgenoten, waardoor eerder ingegrepen kan worden door betrokken organisaties.  Generaties werken samen in activiteiten die door samenwerking met het Cultuurhuis zijn opgezet. Hierdoor kan er naast het culturele aanbod ook zorgverlening worden aangeboden, zoals buddysystemen, burendiensten, maaltijdenaanbod en bezoekafspraken. Binnen het Cultuurhuis is een generatieruimte: een grote ruimte geschikt voor alle doelgroepen, waar verschillende generaties bijeenkomen. Er zal een breed aanbod van culturele activiteiten zijn, die door de samenwerking tussen de buurt en het Cultuurhuis wordt opgesteld. De burger initiatieven op het gebied van kunst en cultuur worden door het Cultuurhuis gesteund en naar een professioneel niveau getild. Lokale kunstenaars die bijvoorbeeld een concreet plan hebben, kunnen voor faciliteiten terecht bij het Cultuurhuis. Daarnaast hebben kunstenaars en musici door het Cultuurhuis een groter en meer divers bereik voor het presenteren en ontwikkelen van eigen kunst. Zij kunnen hiermee ook buurtbewoners en verschillende generaties interesseren, zodat ook zij bijdragen aan de kunst en cultuur binnen de wijk. Er is een actieve groep zelfstandige buurtbewoners die samenwerkt om eigen kunstvormen, muziekvormen en andere voorzieningen te creëren en te delen. Het Cultuurhuis biedt hierin mogelijkheden om in vergaderruimten samen te komen en door gebruik te maken van het digitale netwerk van het Cultuurhuis.

Scenario 2: Business-art
Dit scenario ligt langs de assen overheidssubsidies en consumeren en is hieronder per criterium beschreven. Van buitenaf worden er door het Cultuurhuis bedrijven ingehuurd om het gehele ICT-netwerk te ontwerpen en uit te voeren. Daarnaast wordt een informatieve website opgesteld waarop men zich kan aanmelden voor activiteiten binnen het Cultuurhuis. De digitale voorzieningen zijn gericht op informatievoorzieningen en niet op communicatie. Toegankelijkheid staat bij dit aspect centraal. Binnen het maatschappelijke aspect is veel individualisme te zien. De buurt is individueel gericht waardoor ze gebruik maken van voorzieningen die voor hen passend zijn. De saamhorigheid in de buurt is hierdoor laag en de gezinnen zijn vooral bezig met eigen prestaties binnen het gezinsleven. De activiteiten die het Cultuurhuis aanbiedt zorgen ook niet voor saamhorigheid. Workshops en activiteiten worden namelijk gegeven door (ingehuurde) externen waardoor de betrokkenheid van de buurt gering is. Intergenerationele samenwerking komt niet tot uiting. Generaties zijn wel bij elkaar maar produceren eigenlijk weinig samen. De verschillende generaties zijn dus wel binnen het Cultuurhuis te vinden, maar er komt bijvoorbeeld niet een gezamenlijk product. Dit komt mede doordat er in het Cultuurhuis geen speciale voorzieningen voor verschillende doelgroepen zijn. Er is professioneel aanbod van kunst en cultuur, dit aanbod is op alle niveaus verkrijgbaar. Hierdoor kan gestreefd worden naar de beste kwaliteit. Het Cultuurhuis vervangt hiermee de plaatselijke muziek- en dansscholen. Er is een goede , zakelijke samenwerking tussen freelancers en het Cultuurhuis. De samenwerking tussen buurtbewoners en het Cultuurhuis vindt nauwelijks plaats.

Scenario 3: Modernisme
Dit scenario ligt langs de assen Participeren en Zelfvoorzienend en is hieronder per criterium beschreven. De buurt zet zich in voor goedkope, maar duurzame ICT-faciliteiten in het Cultuurhuis. Zo bestaat er een interactieve website, discussie forum, online agenda/planner en kan men zich inschrijven voor activiteiten. Een sterk groepsgevoel speelt hierin een grote rol. Er is een actieve website waarop de buurt met elkaar kan communiceren. Iedereen kan hierop terecht om zijn of haar mening te geven over de wijk en over de activiteiten die het Cultuurhuis aanbiedt. Ook kunnen mensen hier tips geven over de activiteiten en ideeën opwerpen. Er zullen geen apps of andere web-applicaties worden gemaakt voor het Cultuurhuis. In dit scenario is te zien dat er veel saamhorigheid is in de wijk. Hierdoor worden veel signalen opgevangen waar de wijk op kan inspelen en waar het Cultuurhuis ondersteuning kan bieden. Er kan daardoor ook besloten worden of er professionele hulp of zorg moet worden ingeschakeld. Het buurtnetwerk staat centraal, georganiseerd vanuit het Cultuurhuis vormt dit een vangnet voor zorgbehoevenden. Er gebeurt veel vanuit liefdadigheid, wederdiensten en een sterk groepsgevoel. In dit aspect is de participatiemaatschappij op kleine schaal al zichtbaar in het Cultuurhuis. Hier draagt men zorg voor elkaar, zodat de overheid hier niet de grootste rol meer in heeft. De gemeente kan hierin wel sturen, maar het meeste moet vanuit de wijk zelf komen en daar is in dit scenario ook ruimte voor. Intergenerationele samenwerking komt in dit scenario tot uiting in het bundelen van krachten. Generaties investeren gezamenlijk in het Cultuurhuis en in de wijk Stadshagen. Doordat passie, motivatie en verbinding de boventoon voeren in dit scenario ontstaat er een intensieve samenwerking tussen de generaties. Participatie in dit scenario betekent dat er veel ruimte is voor creativiteit en ondernemerschap. Deze combinatie zorgt voor nieuwe ontwikkelingen binnen kunst en cultuur in Zwolle. Met minder middelen (er is namelijk geen overheidssubsidie) kan er soms meer gecreëerd worden. Het stimuleert in elk geval de creativiteit. Er is ruimte voor initiatief van burgers en nieuwe concepten voor kunst en cultuur kunnen worden ontworpen. Alle mensen die gaan samenwerken voor het Cultuurhuis, moeten met een beperkte hoeveelheid geld duurzame doeleinden verwezenlijken. Hierbij kan het gaan om kunstenaars die hun talenten aanbieden en bewoners uit de wijk die van hun diensten gebruikmaken. Maar het gaat hier ook om de mensen achter de schermen, die organiseren en plannen. Deze groep medewerkers, betaalde en onbetaalde krachten, is ondernemend en creëert een breed netwerk van mensen die toegevoegde waarde hebben voor het Cultuurhuis.

Scenario 4: Romantiek
Dit scenario ligt langs de assen Consumeren en Zelfvoorzienend. Hieronder is het scenario per criterium beschreven. In dit scenario zijn er geen externe overheidssubsidies en moet het Cultuurhuis zelfvoorzienend zijn. Daarom zijn er weinig voorzieningen en wordt er weinig geïnvesteerd in ICT. Er is een basiswebsite waar informatie op zal vertoond worden, maar in tegenstelling tot scenario 3 zal dit geen actieve website zijn waar mensen van zich kunnen laten horen. In het Cultuurhuis zelf zal daarnaast wel WIFI aanwezig zijn en zal er een hoek gecreëerd worden voor WIFI-gebruikers. Het Cultuurhuis is vooral laagdrempelig en wordt draaiende gehouden door vrijwilligers. Hierdoor is het minder professioneel en zijn er dus ook minder voorzieningen. Slechts een beperkt aantal mensen uit de wijk komen naar het Cultuurhuis, daardoor is het aanbod beperkt en vooral gericht op de bestaande doelgroep. Het Cultuurhuis zal weinig nieuwe klanten aantrekken, omdat mensen zelf geld moeten inleggen om te consumeren. Daar staat tegenover dat de mensen in het Cultuurhuis wel gemotiveerd zijn om er een succes van te maken en is er meer saamhorigheid binnen het Cultuurhuis. Dit ‘wij-gevoel’ zou zich echter niet uitstrekken tot de wijk; het Cultuurhuis blijft een passieve plek binnen de wijk. In het Cultuurhuis zijn er veel vrijwilligers en is het aanbod beperkt en selectief, daardoor zijn de generaties afhankelijk van elkaar. Doordat het aanbod zich vooral richt op een bepaalde doelgroep, zullen er ook niet snel generaties bij komen. Er zijn intergenerationele plannen, maar deze komen niet van de grond doordat er te weinig steun is. Daardoor is de samenwerking tussen de verschillende generaties niet gepland en gebeurt het incidenteel. Er is een basis aanbod voor een bepaalde doelgroep, dat zullen veelal de huidige geïnteresseerden zijn. De kwaliteit zal minder goed zijn, maar doordat het Cultuurhuis zelfvoorzienend is en gedraaid wordt door vrijwilligers zal er veel creativiteit zijn. Het aanbod zal makkelijk en goedkoop zijn. In het Cultuurhuis werkt een beperkt aantal mensen met elkaar samen, zonder effectief en zichtbaar resultaat. Men is veelal niet zeker wat zich exact afspeelt en hoe daarop te reageren. Er zijn wel initiatieven voor verbetering maar deze zullen weinig draagvlak vinden, omdat de mensen binnen het Cultuurhuis geneigd zijn de huidige situatie te handhaven.


Nooterhof

Lees meer... Doepark Nooterhof
Organisatie Doepark Nooterhof
Het park heeft een educatief karakter. Door de verschillende onderdelen kom je als bezoeker in aanraking met natuur, milieu en duurzaamheid. Dat begint al buiten het park met de Zandwetering. Die is aangelegd met langzaam oplopende oevers, zodat er een grotere diversiteit aan planten groeit en ook amfibieën hier een plaats vinden. Midden in de Zandwetering, op een eilandje, staat de vleermuizenkelder. Deze is niet toegankelijk. Met een trekpontje, gebouwd door studenten techniek van Landstede Harderwijk, kun je de Zandwetering oversteken. Je komt dan bij het Vogelbos en de speciaal aangelegde griend. Hier groeit de wilg, een belangrijk product in de Nederlandse waterbouw en in het Doepark gebruikt als omheining.
Als je het park binnenloopt valt natuurlijk direct het Earthship op. . Initiatiefnemer is SWZ, die ter ere van hun 100 jarig bestaan samen met Landstede en veel vrijwilligers het Earthship van de grond af aan opbouwde. Ecoarchitect Michael Reynolds maakte in zijn ontwerp zoveel mogelijk gebruik van natuurlijke en gebruikte materialen. Ruim 1000 autobanden, 6000 conservenblikjes en 7000 flessen vormen de bouwstenen voor dit bijzondere klimaatneutrale gebouw. Links van het Earthship zit het amfitheater, geschikt voor buitenvoorstellingen. Al verder lopend kom je bij de twee waterspeeltuinen van de Nooterhof. Een voor de allerkleinsten, met stromend water en veel kiezels en keien, en een voor de wat oudere kinderen. Zij kunnen met handkracht op diverse manieren water verplaatsen. De waterspeeltuinen zijn dankzij een bijdrage van het Waterschap Groot Salland tot stand gekomen. In de Keltische bomencirkel, ingericht naar oud gebruik van de Kelten, kun je te weten komen welke boom bij jouw geboortedag hoort en welke karaktereigenschappen daar dan weer bij horen. Oudere kinderen spelen en ravotten in de totemspeelplaats. Even verderop loop je de vlinder- en bijentuin in, met de nectarkroeg. Je kunt hier vlinders tellen en daarmee een bijdrage leveren aan klimaatonderzoek. Ook de Tuin van de Vergeten Groenten is een bezoekje waard. Hier kweken de tuinvrijwilligers verschillende groenten van vroeger en nu. Rabarber, snijbiet, schorseneren, bonen, koolsoorten: het groeit hier allemaal. De groenten worden gebruikt in het theehuis. Tegenover de Tuin van de Vergeten Groenten bevindt zich het tuintje van Landstede Kinderopvang, de ‘Groen is Gras tuin’. Hier kunnen kinderen hun natuurgevoel ontwikkelen. De tuinen worden verzorgd door vrijwilligers van Landstede en studenten van AOC De Groene Welle.

Lees meer... Nooterhof scenarios
Egg
Knowledge volunteers: Their knowledge is used to provide the teacher with possible ideas and option for their excursion.
Excursion: The excursion is set up by a teacher that has an interest in the subject of his/her excursion. The teacher will give the excursion himself because of the specific limited knowledge of the park. The excursion will be of a more general nature regarding the chosen subject.
Sustainability: This is the most likely theme chosen for the excursion. The general principal of an earth ship is explained as are the ideas behind the EcoNexis Home.
IC: In this scenario the excursions are poor on IC. This is because the teacher gives the excursion himself. The volunteer is hardly involved. The relationship between a student and his teacher doesn’t take a collaborating form.
Secondary school: The board/teacher merely uses the facilities provided by Nooterhof. They have to organize and guide the excursions themselves. Therefore an excursion to Nooterhof is quite a big undertaking
Students: The students see the excursion as a regular outdoor class. Therefore the students won’t be extra excited. They see it as just another class.

Caterpillar
Knowledge volunteers: The specific knowledge the volunteers have about the park is thought to the students
Excursion: The excursion is a pre-designed excursion developed by Nooterhof. Secondary schools can choose between several themed excursions led by the volunteers
Sustainability: Sustainability is a possible theme of an excursion. Volunteers are able to tell about the specific information of the park. They will also visit the EcoNexis home.
IC: This program is IC rich. The volunteers interact with the students at the excursion.
Secondary school: The board/teacher of a secondary school doesn’t need to organize a lot. By planning an excursion at Nooterhof everything will be taken care of. They only arrange their transportation towards and from Nooterhof.
Students The students are glad they have an excursion. The attention paid to the excursion depends heavily on the interest of the students in the subject.

Cocoon
Knowledge volunteers: The volunteers interact intensely with the teachers of the schools and provide them with extensive specific knowledge.
Excursion: The excursion is part of the annual degree program. Therefore the excursion is standardized and thought by al the teacher of that school. The excursions are guided by the teachers themselves. The excursion is part of an assignment the students have to do before/during/after their visit to Nooterhof.
Sustainability: The school uses the facilities of Nooterhof to full effect. Because the teacher has both the specific knowledge and general knowledge a plenty the teacher is able to tell in detail about sustainability and the specifics about the facilities at Nooterhof (and why they might be different.)
IC: This program is IC poor for the students due to the relation between the teacher and his students. In case of the collaboration between the teacher and the volunteer their might be an IC rich relationship. These two parties have to work together to provide a well-oiled excursion. (If this relationship is IC depends on the age of both parties.)
Secondary school: Once the excursion is part of the regular program for a couple of years, the school will have a script that the teacher can follow. Therefore the preparation work will we require less once the excursion program is completely developed.
Students: The students know about the excursion a long time beforehand, they have prepare d themselves before hand in class with several classes about the subject. They see the excursion as part of an assignment and therefore take the excursion and the information given seriously.

Butterfly
Knowledge volunteers: The knowledge of the volunteers is extensive and grows during the years. The will teach the students about the subject in general and are able to explain about the specifics of the park and why they differ if this the case.
Excursion: The excursion is an annual interactive excursion that is provided by Nooterhof in collaboration with the teacher. Nooterhof adjusts her program towards the needs of the schools.
Sustainability: The excursions about sustainability will be extensive. Because students have had classes about the subject the volunteer is able to give more specific information about the subject. Although the EcoNexis home is still part of the program it is not necessarily “main” attraction. This is because Nooterhof is able to invest in to facilitating the excursions better.
IC: This scenario is the richest concerning IC. The students learn from the volunteer who provides extensive knowledge about the subject. Because the volunteers come in to regular contact with students they will learn about their visions concerning the subject. Besides there is possible IC relationship between the teacher and the volunteers.(As mentioned before, this depends on the age of both parties)
Secondary school: Although the school has a script about organizing the excursion, most of the work will be done by Nooterhof. This way the school only have to communicate if their wishes have changed, furthermore they only need to provide transportation. The rest of the day is taken care of.
Students: For the students, this is one of the most interesting classes of the year. They will be in a park interactively experiencing sustainability.(or another subject for that matter) Because they don’t have their regular teacher in front of them the atmosphere is more relaxed.

Lees meer... Doepak Nooterhof advies

A movement to the butterfly scenario can be achieved in two options. The most practical and best option is a step to the Cocoon scenario first. Integration of excursions into the regular curriculum will be a big and important development. This will also require the most time to develop the educational program in collaboration with the Landstede school sections. The content of the program can be developed to ensure the educational quality and also with the input of the final users, the young students. Once these steps are taken successfully, Doepark Nooterhof can involve the volunteers by exploiting their knowledge and combining it with the program. Then finally this butterfly scenario has been successfully achieved.

School voor Ouders

Lees meer... Scenarios School voor Ouders 

Scenario Adult
The Adult scenario would be a community-based program which is self-organized by the participants and involves only small amounts of money, such as small donations or contributions by the participants, as there is no external financial support. As a consequence, the location for the meetings might change and might be the homes of the participants or public spaces. The activities and their frequency should be based on the interests of the participants and also be decided and organized by them. The size of the group of participants should rather be small in order to be able to manage the program with limited resources. The advantage of this scenario is that the program is independent from any external resources and therefore more sustainable in the long-term perspective and it is really focused on the wishes of the participants. A disadvantage is that without financial resources there are less possibilities for activities and locations. Furthermore, decision-making processes might take longer and only a limited amount of parents can participate.

Scenario Teenager
Scenario Teenager is also a community-like, self-organized program, but compared to the first scenario, it involves external financial resources. This allows to group of participants to also choose paid locations, such as schools or community buildings, or even build their own facilities. In addition, more money-consuming activities can be arranged, although still the community makes the decisions about how the money is spent and what kind of activities are conducted. In total, the benefits of this scenario are that it opens up more possibilities for activities and locations, but it also creates some degree of dependency on external resources and might therefore be less sustainable in the long-term. Nevertheless, as also in the first scenario, the program is highly adapted to the parent’s needs and wishes.

Scenario Child
In the scenario Child, the program can be called an organization. It is not a self-organized group as the previous two scenarios, but includes an external director or manager. Nevertheless, at the same time, there are no external financial resources. The income or available resources are dependent on donations and contributions from the participants which again means that locations for the meetings might change and activities need to be adapted to the available resources. In this scenario, the participants have less decision-making power, as there is an official director or manager who will be in charge of this. The advantage of this is that decisions can be made faster and based on another level of knowledge or experience, depending on the organization. A disadvantage is that, as there are no external resources coming in, the organization and its directors/ managers probably have to work on a voluntary basis.

Scenario Baby
The scenario Baby differs from the third one in the point that it is a program which is funded by external financers. This again gives more options with regard to the activities and locations. The budget is controlled by a central person or group of persons who are part of the organization and who will be in charge of decision-making processes. This scenario leaves room for more participants and more luxury tools than the previous ones. Nevertheless, the disadvantage is that there is a more centralized power structure which might lead to the risk of having less participant involvement in the design of the program.

Lees meer... Advies School voor ouders
Het advies dat studenten hebben uitgebracht aan School voor Ouders is om hun pijlen te richten op het ‘adult’ scenario. De organisatie is daarin niet afhankelijk is voor externe financiering. Dit verhoogt de duurzaamheid van het project. Dit betekent dat deelnemers zelf betaalbare activiteiten organiseren. Met name wanneer het verkrijgen van financiële steun lastig blijkt te zijn zou dit ideaal zijn. Echter, het ontbreken van professionele supervisie zou zijn weerslag kunnen hebben op het niveau van bijeenkomsten en de vormgeving van activiteiten. Daarnaast is het noodzakelijk dat deelnemers verantwoordelijkheid nemen en gemotiveerd blijven om de gemeenschap voort te laten bestaan. Om die reden raden studenten aan om de gemeenschap op te zetten en supervisie op de eerste paar bijeenkomsten te superviseren totdat ouders het zelf kunnen runnen. Een alternatief scenario wanneer de financiële middelen aanwezig zijn, is ‘Baby’, waarbij ook sprake is professionele betrokkenheid. In dit scenario kunnen meer luxueuze activiteiten georganiseerd worden en ligt de kwaliteit van de bijeenkomsten hoog. Een mogelijk nadeel hiervan zijn het centraal gestuurde karakter van de organisatie, welke de betrokkenheid van deelnemers in de ontwikkeling van het programma mogelijk verminderd.